Waar komt jouw eetdrang vandaan?

Heb jij last van eetbuien, snoep- of snaaibuien of verlies je de controle als je iets eet wat je echt heel erg lekker vindt? Weet jij eigenlijk al waar die drang om te eten vandaan komt? Je hebt waarschijnlijk al dingen geprobeerd om er vanaf te komen. Misschien ben je extra gaan sporten of anders gaan eten, maar helaas blijven daardoor de ongewenste eetmomenten niet weg.

Met anders of gezonder eten ben je bezig met de inhoud, maar niet met de oorzaak. We zijn vooral bezig met wat we eten en hoeveel, maar de belangrijkste vraag blijft onbeantwoord: Waarom wil ik eten? Je vraagt het jezelf misschien wel eens af, maar heb je die vraag al eens echt beantwoord? Verderop lees je wat die vraag jou kan opleveren!

Als je last hebt van ongewenst eetgedrag, zit er iets niet goed in jouw relatie met eten. Eten is dan niet meer gewoon eten. Eten is iets waar je over na gaat denken, waar je je zorgen over maakt, waar je niet meer “gewoon” van kunt genieten, waar je gevoelens van schuld of schaamte bij kunt ervaren. Wel of niet eten wordt een beslissing die je maakt met je hoofd en gebeurt niet meer intuïtief op gevoel.

 

Hoe kan een verstoorde relatie met eten ontstaan?

Eén ding is zeker, je wordt er niet mee geboren. Als baby weet je heel goed wanneer je honger hebt en wanneer je genoeg hebt gehad. Wanneer er invloeden van buitenaf bij komen, kun je het contact met je innerlijke signalen verliezen. Het kan al ontstaan in je jeugd. Misschien had je een moeder of een oudere zus die bezig was met afvallen en heb je haar gedrag als voorbeeld gehad. Focussen op afvallen, geeft het signaal af dat het huidige lichaam niet goed is zoals het is en dat je daar iets aan moet veranderen. Je kunt daardoor bijvoorbeeld mee krijgen dat je beter geen chips, koekjes en chocolade kunt eten, want dat is “ongezond” of daar zou je “dik” van worden.

Het kan ook zijn dat je zelf vroeger op een dieet bent gezet omdat anderen vonden dat je te zwaar was. Of mogelijk hadden je ouders met de beste intenties eetregels waar je je aan moest houden, bijvoorbeeld: je mag pas een toetje als je je bord hebt leeggegeten. Dit lijkt onschuldig, maar op deze manier kun je eten als beloning gaan zien. Iets wat je krijgt als je iets anders (een minder leuke taak, in dit geval de warme maaltijd opeten) hebt volbracht. Eten gebruiken als beloning is een van de kenmerken van een ongezonde relatie met eten. Andere kenmerken zijn: controleverlies in het eten, eten labelen als goed/fout of gezond/ongezond, luisteren naar het hoofd in plaats van naar het lichaam, een schuldgevoel krijgen na het eten, jezelf eetregels en restricties opleggen en eten gebruiken als enige middel bij troost, beloning en compensatie. 

Naast je opvoeding, kan een ongezonde relatie met eten ook ontstaan (of verder ontwikkelen) wanneer je volwassen bent. Op een gegeven moment krijg je lichaamsbewustzijn en ga je jezelf met anderen vergelijken. Omdat we in een maatschappij leven waarin slank zijn het ideaal is, is het niet gek dat jezelf vergelijken met anderen een negatief gevoel kan opleveren. Of misschien heb je nare opmerkingen gehad over je lichaam. Hierdoor kan de wens ontstaan om af te vallen. Door diëten en/of obsessief te sporten kan een verstoorde relatie met eten ontstaan.

 

Lichaamsontevredenheid

De bron van een verstoorde relatie met eten is eigenlijk altijd terug te brengen naar lichaamsontevredenheid. Het oordeel over je lichaam kan van buitenaf komen (ouders, partner, vriend(inn)en, artsen, klasgenoten, onbekenden, etc.) of van binnenuit (jijzelf). Van wie het oordeel ook afkomstig is, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Als je het maar vaak genoeg hoort dat je te zwaar of te dik bent, dan ga je dat vanzelf geloven en hou je er een naar gevoel aan over. Het is heel logisch dat je daar iets aan wilt doen en proberen om je lichaam te veranderen is de meest voor de hand liggende oplossing. Althans dat lijkt zo.

Vanuit een ontevredenheid over het lichaam, ontstaat de wens om af te vallen. Focussen op gewichtsverlies veroorzaakt spanning op het eten. Je mag minder eten dan je zou willen en je mag niet meer alles eten zoals je eigenlijk zou willen. Je gaat nadenken over het eten. Je gaat je hongersignalen negeren omdat het nog geen tijd zou zijn om te eten. Je gaat je afvragen of je iets wel of niet zou mogen eten. Je gaat het eten beoordelen (is het gezond of niet). Je slaat mogelijk  eten af, terwijl je het wel graag zou willen eten. Om dit allemaal te kunnen doen, moet je je hoofd veel gebruiken. Zo raak je het contact met je innerlijke signalen steeds meer kwijt en groeit de verstoorde relatie met eten.

Die verstoorde relatie met eten wordt alleen maar groter op het moment dat je last krijgt van eetbuien, snoep- en snaaibuien, emotie eten en stiekem eten. Met controle verlies ontstaan er nare gevoelens zoals schaamte en schuld en vaak vervelende oordelende gedachten. En waarschijnlijk voel je ook angst; angst om aan te komen of de angst om nooit af te vallen. Dat maakt dat je je weer focust op wat je kunt eten, hoeveel je mag eten en zelfs wanneer je het beste kunt eten. Daarmee probeer je opnieuw de controle te pakken over je eetgedrag.

 

Stel jezelf deze belangrijke vraag

Zie je dat we continue bezig zijn met het wat, hoeveel en wanneer? Als ik dan aan mijn cliënten vraag: waarom wil je dan zo graag eten, dan hebben zij daar eigenlijk geen antwoord op. De waarom vraagt geeft je veel meer informatie over de triggers van het ongewenste eetgedrag. Waarom wil je nu eten? Of waarom wil je dooreten terwijl je vol zit of waarom wil je zoveel eten?

Het vertelt je welke behoefte er onder jouw eetgedrag ligt. En als die behoefte niet wordt vervuld, kan eten een middel zijn om ermee om te dealen, om je even beter te voelen. Vaak is die behoefte zoiets als een luisterend oor, een beetje steun van een ander, iets om handen hebben, ontspanning of misschien heb je wel gewoon honger en je heb behoefte aan eten.

Meestal zijn het hele normale behoeftes die we allemaal hebben. Zodra je weet wat je nodig hebt, weet je ook beter waar je aan kunt werken om te voorkomen dat je de controle over het eten verliest.

Jezelf de waarom vraag stellen, kan best lastig zijn. Zeker omdat je in je eentje het perspectief van een buitenstaander mist. Verwacht dus ook niet meteen een concreet antwoord van jezelf. Maar blijf vooral oefenen en je zult zien dat je jezelf steeds wat beter leert kennen en je je bewuster wordt van je behoeftes. Als je behoeftes vaker worden vervuld, zul je merken dat je minder last krijgt van ongewenste en ongecontroleerde eetmomenten.

Heb je vragen na het lezen van deze blog of wil je graag weten wat ik voor je kan betekenen, neem gerust vrijblijvend contact me op!

 

Lieve groet, Anna